Naar de inhoud springen

Column Anne – De pompkwestie

Het dilemma van 2017: de pompkwestie. Het leek altijd zó simpel, want ”als je er klaar voor bent kun je overstappen’’ maar het moment waarop je klaar bent blijkt niet zo zwart-wit te zijn. Overstappen op een insulinepomp is toch een behoorlijke stap die je niet ‘zomaar even’ zet en er komen veel vragen bij kijken: wanneer ben je er klaar voor? Wat levert pomptherapie je op? Zou je er snel aan wennen om aan zo’n apparaatje vast te zitten? Zit het in de weg? Gaat het je irriteren? Maar bovenal: Is het de moeite waard?

Een tijd geleden besloot ik dat ik uiteindelijk over wilde stappen op een insulinepomp, als de tijd er rijp voor zou zijn, of dat nu over 3 maanden of over 3 jaar of 10 jaar zou zijn. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat er een moment gaat komen waarop ik de stap ga zetten, maar wanneer? Ik dacht erover na om, indien mogelijk, in de lange vakantie na mijn examenperiode over te stappen, maar de grootste paradox in het hele dilemma is dat het eigenlijk fantastisch goed met me gaat.

Onlangs bleek dat mijn blinde sensormeting zó mooi was dat het er eentje was om in te lijsten. In plaats van een berglandschap was de grafiek een stabiel heuvelachtig geheel, zonder uitschieters. Eigenlijk viel er nauwelijks iets te verbeteren en juist dat maakte de twijfel groot: het gaat nu goed. Héél goed zelfs. Ik vind het best wel eng om dan te gaan ‘experimenteren’ met andere behandelmogelijkheden, omdat de lang- en kortwerkende insuline nu gewoon zó goed hun werk doen. Hoewel insulinepompen normaal zorgen voor stabielere waardes, zal dat voor mij niet gelden: het kan nu niet veel beter. Ik ben enigszins bang dat ik met een insulinepomp nooit de instellingen ga bereiken die ik nu bereikt heb: ik ben bang dat het nooit zo stabiel, zo strak en zo vloeiend ga krijgen.

Aan de andere kant zijn er momenten waarop ik niets liever wil dan pompen, bijvoorbeeld omdat ik het écht vervelend vind om te eten voor het sporten (ik bedoel … je sport toch niet om alle energie die je verbrandt er meteen weer bij te eten?), of wanneer ik hypo’s heb tijdens het sporten (want die verrekte Levemir (waarmee ik een haat-liefde verhouding heb) zit er nog!), of wanneer ik op feesten en festivals staande tussen een menigte mensen moet spuiten en iedereen me aanstoot en naar me staart, of wanneer ik iedereen moet vragen of ze mijn spullen even vast kunnen houden, of wanneer mijn benen vol blauwe plekken zitten, of wanneer die Levemir weer eens gigantisch brandt, of wanneer ik slechts 15 koolhydraten als tussendoortje mag eten zonder te spuiten terwijl ik BARST van de honger, of wanneer ik nog niet weet of ik een toetje na het eten wil, of wanneer ik pizza eet (spuiten hebben helaas geen verlengde bolus), of bij gezellige driegangendiners, of wanneer ik een handijsje ga eten (spuiten met één hand is een kunst!), of wanneer ik mijn insulinepennen voor de zoveelste keer vergeet, of wanneer ik nóg een pannenkoek wil eten, of wanneer mensen mij op meeloopdagen op de Uni zien spuiten en ze meer interesse hebben in een kennismaking met diabetes in plaats van met mij.

Aangezien ik een eeuwige twijfelkont ben, ga ik zelfs twijfelen of mijn redenen en motivaties wel goed genoeg zijn en of ik het écht écht écht wel wil. Ergens voelt het ook alsof de keuze voor een pomp de ‘luie’ en ‘gemakkelijke’ weg is. Feit is namelijk dat je met een pomp flexibeler bent in de producten en hoeveelheden die je eet (d.w.z.: meer ongezond eten) en bovendien is bolussen met een paar tikken op de knop gebeurd. Daarentegen heb ik het recht wel om eens lekker lui chocolade te vreten zonder spuit. Ik weet het ook niet zo goed. Mensen zeggen vaak: als je er gelukkiger van wordt, dan moet je het gewoon doen, maar ik kan niet zeggen dat ik per se ‘gelukkiger’ word van een pomp, want ik bén al dolgelukkig en tevreden. Ik heb het recht niet eens om ongelukkig of ontevreden te zijn met de situatie zoals hij nu is, want ik weet dat er zoveel mensen rondlopen die ondanks heel veel pijn en moeite niet eens in de buurt komen bij mijn grafieken. Maar moet ik dan wachten met de overstap tot het slechter gaat? Moet ik wachten tot ik ongelukkiger ben?

De kriebel zit er sowieso, maar de vraag die me nu voornamelijk bezighoudt: wil ik een pomp ‘omdat ik een pomp wil’ of ‘omdat ik er daadwerkelijk iets aan ga hebben’? Ergens vind ik het nu ook fijn om iets te hebben waar ik naar uit kan kijken. Het idee dat er op een bepaalde manier altijd nog een soort ‘verbetering’ (niet alleen medisch, maar qua levensgemak) te behalen valt, houdt me super gemotiveerd en op de been. Als ik overstap, dan blijft het daar voorlopig bij en dan ligt de overstap op weer wat nieuws voornamelijk in handen van de wetenschap en dat laat waarschijnlijk nog een aantal jaren op zich wachten.

Ik wil wel, maar ik twijfel toch … de pompkwestie is nog niet ten einde.

Een gedachte over “Column Anne – De pompkwestie Een reactie plaatsen